Visie en strategie van de waterloopbeheerders
De Vlaamse Milieumaatschappij, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeente Zwalm beheren samen de Zwalm en het merendeel van zijn zijlopen. Ons doel is een optimale balans te bewaren tussen de verschillende functies van de waterloop voor de ecologie, de economie en de waterhuishouding van de omgeving. Die verschillende aspecten beïnvloeden elkaar op complexe en fundamentele manieren; het beheer van de Zwalm vraagt dus om een weloverwogen aanpak. In deze tekst stellen we die visie graag aan je voor.
We doen aan intelligente sturing van het waterpeil
Er leven verschillende soorten vissen in de Zwalm. Voldoende water, ook tijdens droge perioden, is essentieel voor de goede ontwikkeling van dat visbestand. Aan de hand van klepstuwen garanderen we dat de waterstand het hele jaar door hoog genoeg blijft. Daarnaast zorgen vispassages voor een vrije vismigratie gedurende het grootste deel van het jaar. Bij het beheer van die klepstuwen en vispassages houden we steeds rekening met de werkende watermolens langs de Zwalm, om het beschikbare debiet optimaal te verdelen.
Aanhoudende droogte kan evenwel nog steeds tot een watertekort in de beek leiden. In dat geval kan de gouverneur een tijdelijk captatieverbod uitvaardigen om een minimale hoeveelheid water voor het leven in de Zwalm te behouden. Enkele bovenlopen van de Zwalm zijn ecologisch bijzonder kwetsbaar. Daarom geldt er een semipermanent captatieverbod tussen 1 april en 31 oktober.
Wanneer er een risico is op wateroverlast in de woonkernen, houden we het water stroomopwaarts vast en voeren we het vertraagd af, door de klepstuwen aan te passen en de bufferbekkens te vullen. Ter hoogte van de woonkernen zelf streven we naar een vlotte afvoer. Daarom verwijderen we grote stukken dood hout en stroppen gevormd door drijvende planten- en vuilresten.
We verstevigen de oever waar nodig
De Zwalm is van nature een snelstromende beek, met als typische kenmerken een grote dynamiek in stroomsnelheden, veel kronkelende meanders en specifiek in de bovenlopen een bodem van grof zand, kiezel of steen. Die elementen willen we zo veel mogelijk behouden.
Een sterke stroming kan op termijn de oever uitspoelen en afkalvingen veroorzaken. Op plaatsen waar dat geen probleem vormt, laten we de oever geleidelijk afbrokkelen, zodat onderwaterplateaus kunnen ontstaan. Die stimuleren de groei van moerasplanten en dragen zo bij aan de biodiversiteit. Op dit moment komen zulke planten minder voor langs de Zwalm, door de vrij steile oevers.
Waar afkalvingen niet wenselijk zijn, herstellen we de oevers op natuurlijke wijze: door het talud (het hellende deel van de oever) te herprofileren en onder meer zwarte els of wilg aan te planten. Harde oeververdediging gebruiken we alleen als dat nodig is om gebouwen of wegen op de oever te beschermen.
We ruimen slib voor een betere doorstroming
Door erosie komen een deel van de vruchtbare leembodems langs de Zwalm en haar zijlopen in het oppervlaktewater terecht. Dit slib wordt afgezet op plaatsen met minder sterke stroming. Dat kan lokaal de waterdoorvoer hinderen, bijvoorbeeld bij bruggen, duikers en molenlopers of op delen van de beek met een beperkt hoogteverschil of verhang. Op zulke plaatsen ruimen we slib om de doorstroming te vrijwaren. Op andere stukken van de Zwalm doen we dat niet of nauwelijks.
We onderhouden de houtkanten en maaien de taluds
Op plaatsen waar de Zwalm direct paalt aan intensieve landbouwgronden wordt idealiter een strook grond langs de Zwalm ingericht als buffer tegen instroom van sediment, pesticiden en meststoffen, zoals onbemest grasland, ruigte, houtkanten … Dit is positief voor de waterkwaliteit, draagt bij tot de natuurlijke dynamiek van de waterloop en verhoogt de diversiteit aan planten en dieren.
Houtkanten vormen een vertrouwd gezicht langs de Zwalm. Ze zijn ideale biotopen voor veel vogels en andere diersoorten en vormen waardevolle verbindingen tussen verschillende natuurlijke leefgebieden. Vlak langs de rivier dienen ze ook als oeververdediging. Alleen op de benedenloop van de Zwalm, tussen de samenvloeiing met de Traveinsbeek en de monding in de Schelde, doen we aan actief beheer van de houtkanten. In de winter kappen we dan een deel van het hout om een grotere variatie in de structuur te stimuleren. Dat komt de vitaliteit en biodiversiteit van de houtkanten ten goede. Overhangende takken mogen blijven, zolang ze de waterafvoer niet belemmeren.
Op een beperkt aantal plaatsen langs de Zwalm maaien we de taluds een of twee keer per jaar. Langs vismigratielopen, de dijken rond de gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG) en de restgronden maaien we jaarlijks. Zo verzekeren we een vlotte waterafvoer op die plaatsen. Afhankelijk van de locatie doen we dat onderhoud machinaal of handmatig. En het gebeurt altijd na 15 juni om het broedseizoen niet te verstoren.
Aan beide zijden van de Zwalm proberen we ook een strook van vijf meter vrij te houden, zodat de beheerder met machines en werktuigen tot bij het water raakt. Op enkele locaties laten we schapen grazen in plaats van te maaien. Dat draagt bij tot een gevarieerdere plantengroei en het is vaak ook goedkoper.
We bestrijden invasieve exoten
Exoten zijn planten of dieren die van nature niet in ons land voorkomen. Doordat ze hier vaak geen natuurlijke vijanden hebben, kunnen ze zich soms explosief voortplanten en een bedreiging vormen voor onze waterlopen en biodiversiteit. De belangrijkste invasieve exoten die we langs de Zwalm vinden, zijn de reuzenbalsemien, reuzenberenklauw en Japanse duizendknoop. Die soorten bestrijden we, of we voorkomen op z’n minst dat ze zich verder verspreiden.
Het bredere kader: riviercontract voor de Zwalm
Op 28 juni 2021 ondertekenden de Provincie Oost-Vlaanderen, de Vlaamse overheid, de gemeenten Horebeke, Zottegem en Zwalm, Solva, Boerennatuur Vlaanderen, Algemeen Boerensyndicaat Vlaanderen en de Boerenbond het riviercontract voor het stroomgebied van de Zwalmbeek. Daarmee engageerden ze zich om samen de overstromingsrisico’s in het stroomgebied aan te pakken.
In het riviercontract streven we vier doelen na: een goede waterkwaliteit, bescherming tegen wateroverlast, voorkomen van watertekort en ruimte voor waterbeleving. Ook die vier doelen kunnen we niet los van elkaar zien en vormen een stevige uitdaging in de context van de klimaatopwarming. Daarom is een goede samenwerking met de lokale partners en met de omwonenden van cruciaal belang voor een gezonde Zwalm.
De eerste actie in het riviercontract is de visie op het beheer van de waterlopen binnen het stroomgebied van de Zwalmbeek verduidelijken. Dit document is daarvan het resultaat.
Lees hier het riviercontract